Om een goed en veilig verloop van de trainingen en wedstrijden te waarborgen, zijn baanregels opgesteld waar iedereen zich aan dient te houden op kunstijsbaan De Scheg:
1. Alle aanwijzingen van de baancommissie , het baanpersoneel van IJsbaan De Scheg en de dienst doende juryleden dienen te worden opgevolgd.
2. Als van het verkeerslicht de oranje lamp brand, wordt iedereen verzocht aanstalten te maken om het ijs te verlaten. Zodra de rode lamp brand van het verkeerslicht moet iedereen het ijs verlaten. Het ijs mag pas weer betreden worden als de groene lamp van het verkeerslicht brand. Het is niet toegestaan om op het ijs te wachten tot dat de groene lamp brand.
3. Het ijs mag nooit betreden worden door schaatsers als er een ijs/onderhoudsmachine op het ijs is.
4. Voor de training is de baan verdeeld in drie ‘ringen':
· De binnenste ring voor snel tempowerk.
· De middelste ring voor duur- en techniekopdrachten, achter elkaar deze oefeningen uitvoeren.
· De buitenste ring voor uitrijden/ rust maximaal 3 naast elkaar.
5. Uitleg door trainers op beide rechte stukken:De groep tegen de boarding plaatsen en de trainer komt er dan voor te staan. Groepen niet groter dan 10 personen. Heeft de trainer meer rijders dan de groep opdelen.
6. Bij snelheid de lijn aanhouden die je op het rechterstuk hebt. Dus niet uitwijken!
7. Uitrijden met maximaal 3 rijder naast elkaar! Als je een groep inhaalt, achter elkaar gaan rijden.
8. Begin de opdracht alleen aan het begin van een recht stuk. Nooit in de bocht!
9. Kijk even over je schouder of er ruimte is voordat je begint of inhaalt.
10. Starten mag alleen op het rechte stuk, 15 meter na de bocht. Houd voldoende ruimte aan de buitenkant. Groepen in rust en rijders die langzaam een oefening uitvoeren dienen in de buitenste ring te passeren
Zorg ervoor dat er iemand achter de startende rijder gaat staan die het tegemoetkomende verkeer waarschuwt als extra beveiliging. Degenen die wachten op hun beurt, staan tegen de boarding. Starten op de blauwe lijn.
11. Wanneer je langzamere rijders wilt inhalen, moet jij als snellere rijder in de gaten houden of het kan. Waarschuw ook op tijd als je wilt passeren. Roep hoog op! en reageer hierop.
12. Waarschuw door een schreeuw de langzamere rijders in de buitenring dat je bent gevallen. Dit om het scheppen van andere rijders te voorkomen.
Houd altijd je schaatsen zo laag mogelijk.
13. Geen schaatsbeschermers, bidons en andere materialen op het ijs leggen.
14. Nooit op de kussens van de baanbeveiliging gaan zitten en nooit met de schoenen op het ijs
15. Het dragen van handschoenen en een hoofddeksel (schaatshelm, muts of bandana) is aan bevolen.
16. Spreek je medesporters erop aan, wanneer zij zich niet aan bovenstaande regels houden.
Wedstrijden:
16. Tijdens de wedstrijden is het niet toegestaan voor trainers en rijders om stil te staan op de inrijbaan vanaf start 500 mtr tot ruim na de finish (het hele rechte stuk aan finish zijde) in verband met de veiligheid van de rijders. (Alleen de trainers mogen op de rubber matten stil staan)
17. Rijders die rechtop schaatsen dienen aan de uiterste binnenkant van de baan te schaatsen, opdat een naar binnen hangende wedstrijdschaatser in de binnenbaan hen niet kan raken. Ook hierom niet met meerdere schaatsers naast elkaar in de inrijbaan bij wedstrijden.
18. Altijd rustig passeren bij de startstreep. Steigerungen mogen alleen uitgevoerd te worden in de bocht waarna geen start is geplaatst. Opdat geen gevaar ontstaat met snelheid en naar de startstreep overstekende wedstrijdschaatsers.
19. Het is niet toegestaan tegen de rijrichting in te rijden op de in rijbaan.
Baancommissie Deventer 01-12-2018